VUILE OORLOG

Column #42 Wim Schepens: VUILE OORLOG

Zoals bekend worden de woorden duurzaam, klimaatneutraal en circulair te pas en te onpas uit de kast getrokken. Of het nou over het boerenbedrijf, de luchtvaart, transport, toerisme, de woningbouw, de kledingindustrie of de energiesector gaat, mijn kop eraf als in de mission statements van ondernemingen in deze sectoren een van deze woorden niet binnen twee alinea’s is gevallen. 

Vreemd genoeg hoor je deze woorden bijna nooit in combinatie met ‘oorlog’, terwijl oorlog voeren toch overduidelijk een van de meest vervuilende activiteiten is die een mens kan verzinnen. Om nog maar te zwijgen over de wederopbouw ná zo’n oorlog. Hoeveel extra CO2-uitstoot gaat het herstel van Gaza of Oekraïne kosten? En de vervuilde natuur, misschien wel voor jaren onherstelbaar beschadigd?  Of het dierenleed in die verwoeste natuur? Daar hoor je maar weinig over in de nieuwsbulletins.

Als je beelden ziet van platgebombardeerde steden in Gaza of Oekraïne vraag je je sowieso af hoe ze dat ooit weer opgebouwd en stofvrij krijgen. Maar je gedachten gaan natuurlijk in eerste instantie uit naar het onnoemelijke leed, naar de slachtoffers. Misschien is dit leed wel zó groot, dat elke vervolgvraag een beetje onkies is, of zelfs wel als cynisch overkomt. Je gaat niet zeggen ‘nou, met die wederopbouw blijven ze onmogelijk onder de 0,05 mol stikstofgrens’. Of: ‘ik hoop dat ze deze gelegenheid aangrijpen om in Gaza en Oekraïne uitsluitend met duurzame materialen te bouwen en van deze kans gebruik maken om direct over te schakelen op duurzame energie’. Terwijl dat natuurlijk helemaal geen onverstandige keuzes zouden zijn.

Op de een of andere manier hebben klimaat- en milieudoelstellingen voor mij bij alle (economische) activiteiten prioriteit – als we dat verpesten, kunnen we het leven op aarde immers opgeven. Maar bij ‘oorlog’ durf je dat toch niet zo hard en zeker uit te spreken.

Vrijheid, geen onderdrukking, geen geweld, geen doden en gewonden en geen tranen meer, dat zijn zaken die eerder bij je opkomen dan: en nu meteen overschakelen op zonnepanelen en warmtepompen. Oorlog is te erg. Je laat het dus wel uit je hoofd om te zeggen dat ‘elk nadeel zijn voordeel heb’, wat trouwens ook al een waarheid is als een koe.

Er is natuurlijk één persoon die wel zo denkt. Nou ja, niet aan duurzaamheid en warmtepompen, maar wel aan de kansen die zo’n vernietiging biedt: Donald Trump. Hij ziet in het platbombarderen van Gaza vooral een efficiënte en kostenbesparende manier van sloop, sanering en gebiedsontwikkeling, zonder last te hebben van vervelende inspraakprocedures of bestemmingsplannen. We kunnen nu in Gaza zonder problemen van scratch een nieuwe luxueuze Riviera bouwen: Mar-o-Gaza. Cynischer kan niet.

Maar als je probeert even je schaamte voor cynisme opzij te zetten, dan kom je toch op enkele verrassende gedachten. Zo liep ik lang geleden rond met een antineutronenbomspeldje. Die neutronenbom vonden wij verderfelijk, zoals trouwens alle wapens. Door schade en schande, het klimmen der jaren en de macht van ons omringende schurkenstaten ben ik inmiddels veel meer opgeschoven naar de gedachte dat als je vrede wilt, je voorbereid moet zijn op oorlog.  Niets bijzonders, zelfs GroenLinks, de nazaat van de pacifistische PSP denkt er nu ook zo over. 

Maar goed, terug naar de neutronenbom. Die werkte vooral op straling. Als je die ergens op gooide gingen de mensen dood, maar de gebouwen bleven staan. Althans, ook gebouwen konden schade lijden, maar veel minder dan met een gewone bom. Schande vonden wij. Cynisme ten top, slachtoffers en leed bleven immers bestaan. Maar je kunt natuurlijk ook denken: beter alleen mensen dood, dan mensen dood én steden verwoest. Als je dit uitspreekt zie je al menig wenkbrauw fronsen: zeg jij gaat hier toch niet de neutronenbom propageren hè!?

Uiteindelijk is er nauwelijks gebruikgemaakt van de neutronenbom. Door nieuwe technologieën konden bombardementen steeds preciezer en doelgerichter plaatsvinden. Nou ja, wat die precisiebombardementen inhouden, hebben we kunnen zien in Oekraïne en Gaza.

In wat je toen nog een ludieke bui noemde, heb ik er in mijn studententijd wel eens met vrienden over gebrainstormd, of we oorlog niet beter konden laten beslissen door een spelletje Risk. De winnaar verovert niet alleen op het bord, maar ook in werkelijkheid dat gebied, en mag het bezetten. Vervelend, maar er zijn dan in ieder geval geen doden gevallen, en de steden staan nog overeind. Nou ja, leuke gedachte maar volstrekt onhaalbaar natuurlijk. Ik durf niet meer met zekerheid te zeggen welke stimulerende middelen we tijdens het ontwikkelen van deze baanbrekende ideeën tot ons hebben genomen, maar dit terzijde.

En nu we in het Trump-voor-wat-hoort-wat tijdperk zijn beland, spelen zeldzame grondstoffen in onderhandelingen een grotere rol dan ooit tevoren. Zeldzame metalen in ruil voor politieke en militaire steun, voor bescherming, wellicht. De vraag of we die grondstoffen wel allemaal moeten exploiteren, en op welke manier we dat gaan doen, wordt in tijden van oorlog al helemaal niet gesteld. Alsof ‘oorlog’ alibi genoeg is om duurzaamheid en milieu onbesproken te laten. Nu de wereld op zijn kop staat, hobbelt duurzaamheid weer achteraan. Onverstandig, want grondstoffen deals bij conflicten zullen in de toekomst schering en inslag worden, nu dankzij Trump deze geest ook uit de fles is. Geen land dat niet op zoek is naar zeldzame grondstoffen. En als die grondstoffen zélf al geen reden tot oorlog voeren zijn -zie Congo- dan worden ze in ieder geval wel betaalmiddel in duistere deals. 

Bescherming en vredesmissies als ruilmiddel voor kobalt en lithium. Ik vrees dat er in deals tussen Trump , Rusland, China of Oekraïne weinig oog zal zijn voor de milieuvriendelijke winning van die grondstoffen. En als we het bij deze oorlog deals nú niet over duurzaamheid en milieu hebben, scheppen we een nauwelijks nog terug te draaien precedent, waarbij dit onderwerp voor eens en altijd van tafel is.

Ook aan de voorkant van de oorlog spelen duurzaamheid en milieu nog geen grote rol. Als je een beetje rond googelt, dan blijkt dat er in de wapenindustrie nog weinig aandacht is voor duurzaamheid. Schoorvoetend zijn er enkele initiatieven, maar die worden vooral gedreven door efficiency en minder door de milieu-impact. Trouwens, als je nu een klapper op de beurs wilt maken moet je snel beleggen in de Duitse wapengigant Rheinmetall, met alleen al in de afgelopen twee maanden een koersstijging van zestig procent. Rheinmetall, een van de lievelingetjes van de beurs. Wapens als winstmodel, cynischer kan haast niet.

Het klinkt ook bijna tegenstrijdig om bij een industrie die op vernietiging is gericht, duurzaamheid hoog in het vaandel te hebben. Maar met het almaar groeiende belang van de wapenindustrie wordt het tijd om ook deze sector onder de duurzaamheid loep te nemen. 

We hebben dan ook  juist dringend behoefte aan duurzaamheid managers en mensen met hart voor het milieu in de wapenindustrie. Daar is nog een wereld te winnen. Klinkt natuurlijk niet erg sexy en cool, maar daarmee is het niet minder noodzakelijk. Hoe vervuilender de sector, hoe meer reden tot verandering, zou ik zeggen. 

Het is nog niet te laat. De wapenindustrie is te belangrijk om die uitsluitend over te laten aan technici, militaire specialisten en bedrijfseconomen. 

Hoog tijd dus om nieuwe Taurus Raketten en Skyranger luchtverdedigingssystemen eens nauwkeurig langs de duurzaamheidsmeetlat te leggen.

Bron: Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI), Beurs.nl

Wil je nu lezen over wat er goed gaat in de wereld op het gebied van duurzaamheid? Lees hier het positieve klimaatnieuws

Winkelwagen
Scroll naar boven