Teveel

Column #21 Wim Schepens: Teveel

Het schijnt met name onder twintigers en dertigers veel voor te komen: angst voor de toekomst, angst voor wereldproblemen, angst voor klimaatverandering, angst voor verdwijnen van natuur, angst voor een kernbom, angst voor alles en iedereen. Nou niet bepaald een tijd om vrolijk nieuw kroost op de wereld te zetten, in de hoop dat alles goed zal komen. Van die discussie over wel of geen kinderen, krijg ik soms wat mee via mijn kinderen en hun vriendinnen en vrienden, voor wie deze vraag zich steeds meer met volle kracht begint aan te dienen.

Onlangs kwam het bevolkingsvraagstuk, want daar hebben we het hier in wezen over, weer eens aan bod bij de HJ Schoo-lezing door Pieter Omtzigt. Dat is op zich te prijzen. Bevolkingspolitiek is maar al te vaak de olifant in de kamer. We hebben het er te weinig over, in de politiek, in het onderwijs, in de volkshuisvesting, de zorg en last but not least bij de klimaat- en milieubewegingen. 
Voor het oplossen van klimaat- en milieuvraagstukken worden meestal drie wegen bewandeld: óf terugdringen en tot nul reduceren van CO2-uistoot, stikstof en giftige stoffen; óf het verder doorvoeren van innovaties zodat we de problemen beheersbaar houden, of een combinatie van die twee. Aan de knop van de bevolkingspolitiek durven we meestal niet te draaien. Goed dat het weer op de agenda staat.

Maar zoals zo vaak lijkt ook nu weer de geboortepolitiek vooral in het straatje van rechtse politici te passen. Omtzigt merkte op dat het geboortecijfer op 1,43 lag bij de Nederlandse vrouw. Te laag, zo leek hij impliciet te zeggen. Zo krimpen we, en afgezet tegen een toename van het aantal migranten ontstond er volgens hem helemaal een rampzalig plaatje.
Om de schrik er goed in te wrijven zei hij dat er alleen al in Ethiopië meer kinderen worden geboren dan in de hele EU. Gevaarlijk, vond hij. Wat hier zo gevaarlijk aan is, werd niet meteen heel erg duidelijk. Ja, dat er teveel mensen zijn, waardoor we te weinig woningen hebben en te weinig goede zorg kunnen leveren, of dat we in de knel komen met ons onderwijs, en dat er in Afrika honger dreigt en gebrek aan van alles en nog wat is, dat is een probleem. Maar hoe kun je bang zijn voor krimp en tegelijkertijd een streng migratiebeleid voorstaan? Dat kan alleen als je bang bent voor buitenlanders. 
Maar als die migranten eerlijk behandeld worden en een bijdrage leveren aan de samenleving, wat is daar dan beangstigend aan? En zo wordt bevolkingspolitiek vreemd genoeg weer eens voornamelijk ingezet als wapen tegen migratie. Terwijl we ons in het bedrijfsleven, bij politieke organisaties en al helemaal niet op het internet laten beperken door staatsgrenzen, zou een migrant dat dan wel moeten doen? Wat je ook verzint, dat gaat niet gebeuren. Ik zou zeggen: wen er maar aan. 

In een lang vervlogen verleden werd bevolkingsgroei ook al als een probleem gezien. Jammer dat in dit debat bijna niemand het meer over Thomas Malthus heeft. Malthus (1766-1834) maakte zich tweehonderd jaar geleden al zorgen over overbevolking. Hij kwam toen al tot het visionaire inzicht dat wanneer de bevolkingsgroei niet wordt ingeperkt, die groei altijd sneller zal gaan dan de groei van de voedselproductie. Klonk heel redelijk, totdat we in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de ‘groene revolutie’ meemaakten. De mens is voor geen kleintje vervaard. Dankzij pesticiden, kunstmest en nieuwe teeltmethoden konden we ineens meerdere keren per jaar oogsten, waardoor de opbrengsten meer dan verdubbelden. Weg was de zorg over overbevolking. Vier miljard inwoners in de jaren zeventig stelde niets voor. De Aarde kon plotseling wel het dubbele aantal inwoners aan. En daar zitten we nu op.
En stiekem steekt Malthus dus zijn kopje weer op. De zegeningen van kunstmest en pesticiden bijten zich nu in de eigen staart. Want je kunt je echt afvragen of de hogere landbouwopbrengsten nog wel opwegen tegen de milieu- en klimaatschade. Intussen is de wereldbevolking van vier naar ruim acht miljard gestegen. Er is niet méér honger dan in de jaren zeventig, maar wél zijn er meer conflicten over water, over bruikbare landbouwgrond en over woonplekken die onleefbaar zijn vanwege hitte, droogte, of overstromingen.

Wat zou een legitieme reden voor bevolkingspolitiek kunnen zijn? Iemand die niet geboren wordt heeft geen ecologische voetafdruk. Een waarheid als een koe. Elke geboorte in Nederland levert naar schatting 58,6 ton CO2-uitstoot op. Die zijn we dan mooi kwijt.
En er zijn meer problemen. Jelle Reumer ziet in zijn leesbare, maar daarom niet minder belangrijke essay ‘Teveel’, overbevolking als de moeder van alle problemen, als ik het zo mag samenvatten. We zijn met teveel. Daardoor is er teveel uitstoot van methaan en CO2, en gaat onze biodiversiteit eraan, worden zeeën overbevist en staan er teveel dieren bovenop elkaar. Het gevaar van zoönose (een ziekte die van dieren op mensen kan overspringen) en pandemieën ligt op de loer. Wat zeg ik nu: ‘ligt op de loer’?
Daar worden we al dagelijks mee geconfronteerd. Het blauwtongvirus heeft nog geen pauze genomen of varkenspest en salmonella steken de kop op. En hebben we iets geleerd van corona, waarschijnlijk overgesprongen van dier naar mens? Vrij weinig. De ziekte is nog niet weg of we zijn hem alweer vergeten. Bij mijn laatste oproep voor een coronaprik kreeg ik de opwekkende mededeling dat BA.2.86 subvariant JN.1 nu het meeste voorkomt, en dat subvariant JN.1 inmiddels is op te delen in de subvariant KP.2 en KP.3. Er werd geruststellend bij gezegd dat deze vormen niet schadelijker zijn dan eerdere varianten, maar dat je er wel een flinke longcovid aan kunt overhouden. Ja, en wie garandeert mij dat de volgende variant, de KP.4., niet dermate dodelijk is, dat we zelfs zullen terugverlangen naar die goeie ouwe lockdowns? Niemand.

We zijn met teveel. Nu weet ik ook wel dat mensen juist bang zijn voor een dalend bevolkingsaantal. Pieter Omtzigt waarschuwde in zijn lezing al voor een stagnatie van de groei, of zelfs voor krimp. Hoe moeten we onze pensioenen nog betalen als er straks bijna geen werkenden meer zijn? Wie werkt er in 2100 nog in de zorg als ons land voor de helft uit bejaarden bestaat? Allemaal waar, maar zeker de komende veertig jaar zijn we vooral nog met teveel.
Dat we daarna met te wéinig zijn, dat zou kunnen. Nu inzetten op meer geboorten is in ieder geval geen oplossing voor klimaat- en milieuproblemen. En misschien zitten we tegen die tijd juist wel op een betere balans tussen ruimte, grondstoffen, uitstoot en het aantal mensen. Bovendien is in deze ‘angst voor krimp gedachte’ geen rekening gehouden met robotisering en AI, die een groot deel van onze arbeidsproblemen -namelijk het werk doen dat niemand wil doen- zal kunnen gaan oplossen.

En zelfs William Macaskill, waar ik onlangs nog zo hoog van opgaf, zegt in zijn boek ‘Omkijken naar de toekomst’ dat “…de domino-effecten van een groeiende bevolking duidelijk positief zijn, in elk geval voor de mens. Als dat niet zo was, dan zou je verwachten dat de recente spectaculaire toename van de populatie gepaard gaat met steeds meer menselijke ellende, maar in feite hebben we het tegenovergestelde gezien.”
Maar niets kan eeuwig doorgroeien, meneer Macaskill, lijkt me. Die acht miljard mensen zijn de Aarde nu echt al meer en meer aan het uitputten. In the end krijgt die goeie ouwe Malthus toch gelijk. We kunnen de kruik nou eenmaal niet net zolang te water laten gaan tot ie barst.

Bevolkingspolitiek heeft vooral een slechte naam dankzij de Chinese eenkindpolitiek. Hoewel er naar schatting met deze politiek 400 miljoen geboorten zijn voorkomen en de armoede is gedaald, ervaren we in het westen deze politiek als onmenselijk. Het gaat voorbij aan fundamentele mensenrechten, en de zeggenschap over het eigen lichaam. Maar daar zat de Chinese partijleiding kennelijk niet mee. Met één pennenstreek was de eenkindpolitiek geregeld. Zo zie je maar weer, een dictatuur is lang niet alles, maar je hebt de zaken wel snel geregeld.

En daarmee zitten we meteen bij de crux. Het recht op kinderen is zo fundamenteel, dat je dat  niet door buitenstaanders kunt laten bepalen. Sterker nog, het bestaansrecht en het wezen van elk organisme, plant of dier, zit hem nou juist in de onstuitbare wil en innerlijke dwang om de genen door te geven. Dé grote driver achter de hele evolutie. 
Maar dat maakt ons nog niet machteloos om bevolkingspolitiek te voeren. Natuurlijk hebben we tools: het belangrijkste anticonceptivum is onderwijs, vooral onderwijs aan meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden. Bewezen effectief. Dus, Pieter Omtzigt, als we willen nadenken over bevolkingspolitiek, moeten we het daarover hebben, en niet over het stoppen van migrantenstromen en buitenlanders, of het stimuleren van het aantal geboorten. Want wat je ook van deze gedachten vindt, dat blijft dweilen met de kraan open. 

En als we een zuivere discussie over bevolkingspolitiek willen dan moeten we die voeren in een juiste context. Dus niet als wapen tegen migratie en vluchtelingen, maar als middel om het teveel van Jelle Reumer aan te pakken, en grenzen aan de uitputting van de Aarde te stellen. 

Bronnen:
HJ Schoolezing 2024, Pieter Omtzigt
NRC, 13-1-2024 Sophie van Gool
Maltus, Thomas, An Essay on the principle of population, 1798, John Murray Albemarle Street
Macaskill, William, Omkijken naar de toekomst, blz. 248, 2024 Blossom Books
Reumer, Jelle, Teveel, 2020 Lias Uitgeverij

Meer weten over de politieke situatie? Lees hier de Column van Maartje Bregman.

Winkelwagen
Scroll naar boven